Een faillissement kan worden uitgesproken door de rechter indien een schuldenaar in de toestand verkeert opgehouden hebben te betalen en er meer dan twee crediteuren zijn die (onbetwist en) onbetaald zijn en blijven. Dit is het toetsingskader van een faillissementsrechter. Uit de praktijk blijkt dat een schuldenaar wiens faillissement wordt aangevraagd ter zitting allerlei verweren opwerpt en begrip vraagt voor zijn of haar situatie, waarbij evenwel dit toetsingskader vergeten wordt. Resultaat: faillissement. Dit terwijl bij juiste argumentatie en onderbouwing er nog wel eens meer mogelijkheden blijken te zijn.
Een voorbeeld daarvan is een uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch van 14 november 2019.
In deze zaak werd succesvol hoger beroep aangetekend tegen de faillietverklaring. Het Hof oordeeld:
Het hof heeft de laatstgenoemde verklaring van de curator aldus begrepen dat er voldoende saldo op de derdenrekening van de advocaat van [appellant] staat om alle overige schuldeisers zoals deze door de curator in het openbaar faillissementsverslag van 18 oktober 2019 zijn vermeld (alsmede de faillissementskosten) volledig te voldoen, naast nakoming van de diverse betalingsregelingen.
Het hof constateert op grond van het vorengaande, in het bijzonder gezien de verklaring van de curator, dat thans alle vorderingen zijn voldaan of binnen afzienbare tijd kunnen worden voldaan, althans dat klaarblijkelijk voor de respectieve crediteuren een bevredigende betalingsregeling is getroffen. De aanvrager van het faillissement stemt in met een vernietiging hiervan en ook de curator staat positief tegenover een vernietiging van het faillissement nu alle ‘overige’ schulden zijn gedekt door en betaald kunnen worden uit de gelden welke zich thans op de derdenrekening van de advocaat van [appellant] bevinden. Het hof leidt hieruit af dat [appellant] derhalve niet (langer) verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen.
Nu niet langer aan alle vereisten voor een faillissement is voldaan zal het hof het vonnis waarvan beroep en daarmee het faillissement vernietigen.
Een goed verweer is het halve (soms hele) werk. Liefst in eerste aanleg maar zonodig in hoger beroep. Met name ook omdat het een zogenoemde ex-nunc toetsing is (dus op basis van de omstandigheden van het geval op het moment van de beoordeling in hoger beroep). Te denken valt aan het alsnog betalen van (enkele) crediteuren, het onderbouwd betwisten van (de gehele!) vorderingen en / of het aangaan van regelingen.
Het is dus van belang om in dit soort gevallen, die uiteraard vergaande consequenties kunnen hebben, deskundig advies in te winnen. Mogelijk valt er dan nog het nodige te genezen. Voorkomen is natuurlijk nog beter. Door tijdig advies in te winnen, kunnen problemen worden voorkomen. Vragen of advies nodig? Neem contact met ons op!