Eerder schreef ik al over geweld op het voetbalveld en de kwalificatie van mishandeling die al of niet gegeven kan worden aan bepaalde acties op het veld. Een sliding lijkt al het risico met zich te brengen van een strafrechtelijke vervolging wegens mishandeling. Klik op deze link (voetbal is oorlog).
Ook scheidsrechters zijn nogal eens onderwerp van agressie.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde op 29 augustus 2017 dat het door een speler geven van een ‘bodycheck’, in dit geval een de scheidsrechter, valt onder het begrip ‘mishandeling’ in de zin van art. 300 sr, nu dat in casu een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam teweeg heeft gebracht.
Onder ‘mishandeling’ in de zin van artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht moet namelijk niet alleen worden verstaan het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn en het opzettelijk benadelen van de gezondheid van een ander, maar onder omstandigheden ook het bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat.
Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat verdachte met veel kracht met zijn borst tegen het lichaam van het slachtoffer botste c.q. beukte. In dat verband heeft aangever verklaard dat hij schrok van de klap, achteruit deinsde en zich schrap zette. Mede gelet op de omstandigheid dat deze ‘bodycheck’ met veel kracht gepaard ging, kan het naar het oordeel van het hof niet anders zijn dan dat de verdachte daardoor bij aangever een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam teweeg heeft gebracht. Het geven van een bodycheck als in casu levert daarom – nu niet is gebleken van een van toepassing zijnde rechtvaardigingsgrond – mishandeling op in de zin der wet.
Hulp nodig van een strafrecht advocaat? Neem contact met ons op. Wij helpen u.