“Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie”,
aldus de definitie van diefstal in het Wetboek van Strafrecht.
De ‘wegnemingshandeling’ vereist dat de dader zich de feitelijke heerschappij over dat goed heeft verschaft dan wel dit aan de feitelijke heerschappij van de rechthebbende heeft onttrokken.
Indien de kassa in een winkel wordt gepasseerd zonder een uit die winkel gepakt goed te betalen, is – uiteraard – sprake van diefstal.
Maar hoe zit het met die wegnemingshandeling bij goederen die je zelf als consument mag scannen en afrekenen?
Op 30 mei 2017 wees het Gerechtshof Amsterdam een uitspraak over winkeldiefstal van niet gescande producten in een supermarkt. De wegnemingshandeling, achtte het Gerechtshof voltooid op het moment dat de verdachte bij de betaalzuil op ‘continu’ drukte. Dit, nadat de vraag was gesteld: ‘heeft u alles kunnen scannen? Druk dan op doorgaan. Zo niet, vraag om assistentie. U dient alle artikelen afzonderlijk te scannen, alvorens u afrekent bij de betaalpaal.’
Het verweer van de verdachte in deze zaak, dat ze erg veel aan haar hoofd had en daarom was vergeten producten te scannen, achtte het Hof niet aannemelijk. Ook het verweer dat verdachte de betaaltransactie nog niet haf afgerond mocht niet baten.
De kernoverweging van het Hof luidt: ‘Nu de verdachte ondanks de voor haar op het zelf-scan-plein zichtbare uitleg en instructies, op ‘continu’ heeft gedrukt, terwijl een aanzienlijk deel van de producten die zij in haar winkelmandje had gelegd niet was gescand, is naar het oordeel van het Hof voldoende komen vast te staan dat het oogmerk van de verdachte was gericht op het wegnemen van de niet gescande producten. Op dat moment heeft de verdachte zich een zodanig feitelijke heerschappij over de producten verschaft dat de wegneming van de niet gescande producten als voltooid kan gelden.’
De uitspraak is te vinden op Rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:2168.