De Raad voor Rechtsbijstand, de instantie waar wij als advocaat, voor cliënten – zo zij, gelet op hun inkomen en vermogen, daarvoor in aanmerking komen – een toevoeging kunnen aanvragen, heeft de deskundigheidseisen die aan bij de Raad ingeschreven strafrechtadvocaten worden gesteld, aangescherpt.
Onderstaand bericht verscheen daartoe:
De Raad heeft de deskundigheidseisen die gelden voor de voortzetting van vrijwel alle specialisaties aangescherpt. Deze aanscherping sluit aan bij de adviezen in de eindrapporten van de commissie Wolfsen en de commissie Van der Meer om hogere en meer geharmoniseerde deskundigheidseisen in de inschrijvingsvoorwaarden te stellen, vergelijkbaar met de eisen van specialisatieverenigingen.
Lees hier meer over de wijzigingen.
Voor de strafrechtadvocaten verbonden aan ons kantoor brengt deze verscherping in de praktijk geen wijziging. Wij investeerden reeds en blijven investeren in de nodige kennis en opleiding. Bovendien hebben wij een flinke strafrechtpraktijk en scherpen wij ons zelf door diverse casus en juridische problemen (lees: uitdagingen) dagelijks met elkaar te bespreken. Dat houdt ons scherp. Ook voor advocaten geldt dat twee meer weten dan één.