Door de crisis krijgen steeds met inwoners in Nederland te maken met financiële problemen. In sommige gevallen wordt de financiële situatie dermate nijpend dat deze uitzichtloos wordt. Voor die gevallen biedt onze wet de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, oftewel de WSNP. Het systeem is kort gezegd aldus dat de schuldenaar na minimaal drie jaar in de WSNP een nieuwe start kunt maken. Gedurende die periode zijn er verplichtingen waaraan de schuldenaar zich dient te houden. Zo dient de schuldenaar zich in die periode optimaal in te spannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven, gevraagd en ongevraagd inlichten te verschaffen en geen nieuwe schulden te laten ontstaan.
Men wordt echter niet zomaar toegelaten tot de WSNP en de praktijk leert dat er te lichtvaardig wordt gedacht over het indienen van het verzoek en de toetsing door de Rechtbank van dat verzoek. De ervaring leert dat er veelvuldig verzoeken worden ingediend waarbij de betreffende verzoekers niet volledig weten wat er van hen wordt verwacht bij opstelling en indiening van het verzoek, de daarbij te voegen bijlagen en vooral ook ter zitting. Hierdoor worden de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan, onvoldoende voor het voetlicht gebracht waardoor de kans op een negatieve beslissing van de Rechtbank aanmerkelijk groter wordt. Uiteraard bestaat dan de mogelijkheid van een hoger beroep, maar voorkomen is beter dan genezen.
Alvorens een verzoek te kunnen doen tot toelating tot de WSNP, dient er een minnelijk traject te zijn doorlopen. Er dient een verklaring te worden overgelegd dat er geen overeenstemming is en kon worden bereikt met de schuldeisers. Uit jurisprudentie blijkt dat ook een advocaat een dergelijke verklaring kan en mag afgeven en derhalve bij het minnelijke traject kan ondersteunen. Veelal wordt voor indiening van een verzoek tot toelating tot de WSNP en het voorafgaande minnelijke traject de gemeente ingeschakeld, doch dan blijken er vaak wachtlijsten en bovendien onvoldoende tijd en expertise om het verzoek voldoende te onderbouwen en de betreffende cliënt voldoende te informeren. De rechter toetst bovendien of de schuldenaar te goeder trouw is ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de schulden. Dit betekent dat de schuldenaar ten aanzien van iedere schuld aan de rechter moet kunnen uitleggen hoe en wanneer deze is ontstaan, onbetaald is gelaten en onder welke omstandigheden dit heeft plaatsgevonden. Indien de schuldenaar niet te goeder trouw is ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van de schulden, kent de wet een zogenoemde hardheidsclausule. In het geval het voldoende aannemelijk is dat de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan of onbetaald zijn gelaten onder controle zijn, kan de rechter alsnog besluiten iemand toe te laten tot de WSNP. Voorbeelden hiervan zijn gevallen waarin de schulden zijn ontstaan of onbetaald zijn gelaten wanneer men te kampen had met een verslaving of psychische problemen. Het is echter ter beoordeling van de rechter of een beroep op die hardheidsclausule wordt gehonoreerd. Het is dan essentieel om voldoende feiten en omstandigheden (met daarbij behorende onderbouwing) aan te dragen om de rechter te overtuigen.
Bij het aanvragen van een WSNP, het aanbieden van een minnelijk akkoord, het hoger beroep tegen een afwijzing WSNP of bij (hoger beroep tegen) een tussentijdse beëindiging van een WSNP, staan wij u graag bij. Ons kantoor staat cliënten bij tegen een verminderd tarief. In de volksmond ook wel bekend als pro deo en toevoeging. Daarnaast is het in gevallen dat er geen toevoeging kan worden verleend, mogelijk om een vaste prijsafspraak te maken. Wilt u meer weten? Neem dan contact met ons op, zodat wij de mogelijkheden met u kunnen bespreken.