Een door politie aangehouden verdachte, die wordt opgehouden voor verhoor wegens verdenking van een strafbaar feit, heeft er recht op om een advocaat te spreken voor zijn eerste verhoor. Dat is een fundamenteel recht waaraan geen afbreuk mag worden gedaan. Gebeurt dat wel, dan is dat een ernstig vormverzuim hetgeen moet leiden tot uitsluiting van bewijs van de door de verdachte afgelegde verklaring.
Ik kan niet genoeg benadrukken dat een verdachte van dit recht gebruik dient te maken. Het is altijd van belang om de proces houding en positie te bepalen, te bespreken waar de verdenking op ziet, wat in de verhoren met de politie en nadien kan worden verwacht. Maar ook om alsdan een contactpersoon te hebben die u tijdens de verhoren nog eens met een dringende vraag kunt bellen of die praktische zaken voor u kan regelen voor zover de arrestantenwacht dat niet doet, zoals het informeren van het thuisfront. De piket advocaat komt langs voor u.
Indien een zgn. piket advocaat wordt ingeschakeld, brengt het raadplegen van een advocaat voor het eerste verhoor geen kosten met zich voor de verdachte. De piket advocaat heeft zich verplicht om zich binnen 2 uur na de melding door de politie aan de piketcentrale op het politie bureau te melden. Veelal is hij of zij er eerder.
U kunt gebruik van maken van de piket advocaat die de bewuste dag dat u bent aangehouden dienst heeft. Ook de advocaten van ons kantoor draaien dergelijke piket diensten. U kunt ook uw voorkeur voor een eigen advocaat opgeven; indien uw voorkeursadvocaat op de piketlijst staat, zoals de advocaten van ons kantoor, worden u geen kosten in rekening gebracht voor de consultatiebijstand. Indien u wenst, kunt u dan ook ingeval van uw aanhouding de politie vragen om een melding te laten uitgaan naar een van onze advocaten.
Dat dit recht op consultatiebijstand fundamenteel is blijkt eens temeer uit een recente uitspraak van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 28 maart 2014:
“Het Hof stelt voorop dat op grond van rechtspraak van de Hoge Raad en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een door de politie aangehouden de verdachte aan art. 6 EVRM aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het eerste verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen.
Het Hof stelt in dat kader het navolgende vast.
Op maandag 4 april 2011 omstreeks 10:05 uur is de verdachte aangehouden op grond van verdenking van overtreding van art. 3 onder b van de Opiumwet.
Na zijn aanhouding heeft de verdachte de cautie als bedoeld in art. 29 Sv gekregen. Vervolgens is hem gewezen op zijn recht om voorafgaande aan zijn verhoor een raadsman te consulteren. De verdachte heeft te kennen gegeven van dat recht gebruik te willen maken.
Op 4 april 20 11 om 11:22 uur is de piketcentrale ingelicht. In verband met de omstandigheid dat de raadsman nog niet was verschenen, is het verhoor van de verdachte – in opdracht van de hulpofficier van justitie – op 4 april 2011 om 14:25 uur aangevangen. Niet is gebleken dat de verdachte voorafgaand aan dat verhoor afstand heeft gedaan van het recht op consultatie van een raadsman. Het verhoor van de verdachte is geëindigd op 15:45 uur.
In het kader van het door de raadsman gevoerde verweer heeft het Hof tevens kennisgenomen van de zgn. “Aanwijzing rechtsbijstand politieverhoor” (hierna: Aanwijzing) zoals die op 15 februari 2010 is vastgesteld door College van Procureurs-Generaal.
In die aanwijzing is over de komst van de raadsman onder meer opgenomen dat de politie het tijdstip van de melding aan de piketcentrale in een proces-verbaal vastlegt en dat de raadsman binnen twee uur nadat de melding aan de piketcentrale is gedaan, op het politiebureau aanwezig dient te zijn om de verdachte consultatiebijstand te verlenen.
Eveneens is in de aanwijzing opgenomen dat gedurende de periode van 2 uren na de melding (Hof: aan de piketcentrale) de komst van de raadsman op het politiebureau wordt afgewacht en dat, behoudens de in de aanwijzing omschreven noodgevallen, niet kan worden aangevangen met het verhoor van de raadsman.
Naleving van voormelde Aanwijzing brengt in de onderhavige zaak dus mee dat de raadsman om (11:22 uur + 2 uren wachttijd=) 13:22 uur zich op het politiebureau had dienen te melden.
Uit de omstandigheid dat het verhoor van de verdachte om 14:25 uur is aangevangen zonder dat de verdachte daaraan voorafgaand een raadsman heeft kunnen consulteren, leidt het Hof af dat ondanks het bestaan van voormelde Aanwijzing het beoogde doel daarvan – het tijdig kunnen consulteren door de verdachte van een raadsman – niet is gerealiseerd. Hetzij de raadsman heeft zich niet gehouden aan het in de Aanwijzing gestelde voorschrift dat een raadsman zich binnen twee uur na de melding aan de piketcentrale op het politiebureau dient te melden, hetzij de melding door de politie aan de piketcentrale niet goed is doorgekomen dan wel de melding van de piketcentrale aan de raadsman is niet goed doorgekomen.
In de onderhavige zaak ziet het Hof zich dus gesteld voor de vraag of het enkele niet tijdig op het politiebureau verschijnen van een raadsman kan leiden tot een beperking van het consultatierecht van de aangehouden de verdachte.
Het Hof overweegt dat de omstandigheid dat een raadsman zich niet tijdig meldt in beginsel geen afbreuk kan doen aan het recht van een aangehouden de verdachte om voorafgaande aan zijn eerste politieverhoor een raadsman te consulteren. Dit beginsel zou wellicht uitzondering kunnen leiden als er sprake is van zodanig bijzondere, ook aan de verdachte toe te rekenen, omstandigheden dat de met het verhoor gemoeide belangen van waarheidsvinding moeten prevaleren boven de het recht van de verdachte op voorafgaande consultatie.
Dergelijke bijzondere omstandigheden heeft het Hof in deze zaak niet vastgesteld, ook niet na het verhoor ter zitting van de door het Hof, ambtshalve, opgeroepen verbalisanten R.A.G. Radermacher en H.M.W. Fleuren en de hulpofficieren van justitie M.C. Dellink en P.C. van Laarschot.
Nu het verhoor van de verdachte heeft plaatsgehad zonder dat de verdachte voorafgaand een raadsman heeft kunnen consulteren, is het Hof van oordeel dat de op 4 april 2011 afgelegde verklaring van de verdachte van het bewijs dient te worden uitgesloten.
Gelet op voormelde beslissing zal het Hof verder afzien van het verhoor van de eveneens opgeroepen, maar niet ter zitting verschenen, verbalisant J.J. Strijbosch, van welke getuige de raadsman en de advocaat-generaal reeds ter zitting van 14 maart 2014 afstand hebben gedaan.
Vrijspraak
Anders dan de advocaat-generaal is het Hof met de raadsman van oordeel dat bij gebreke van de verklaring van de verdachte van 4 april 2011 onvoldoende wettig bewijs resteert om tot een bewezenverklaring van de feiten onder 1 en 2 te komen. Het Hof zal de verdachte van deze feiten vrijspreken.”
Kortom: maakt u gebruik van uw recht op bijstand van een advocaat voor het eerste verhoor. U heeft er niet alleen recht op maar ook belang bij.
Mocht u hierover vragen hebben, belt u ons dan gerust. Mocht u opgeroepen zijn om zich op het bureau te melden als verdachte of anderszins een aanhouding verwachten en onze bijstand nodig hebben, neem dan contact op.